Deutsch-Holländisch Übersetzung für familienmitglied

familielidEr is geen familie in Europa met niet ten minste één familielid dat ermee te maken heeft. In Europa findet sich keine einzige Familie, in der nicht zumindest ein Familienmitglied betroffen wäre. Ten eerste mag volgens het Handvest niemand direct of indirect worden gediscrimineerd omdat hij of zij een gehandicapt kind of familielid heeft. Erstens kann gemäß der Charta niemand, direkt oder indirekt, diskriminiert werden, wenn er/sie ein Kind oder ein Familienmitglied hat, das behindert ist.
gezinslidIn dat geval kan een gezinslid zich beroepen op zijn recht op gezinshereniging. In solchen Fällen kann ein Familienmitglied sein Recht auf Familienzusammenführung geltend machen. Zoals bekend lopen de definities van 'gezin' en 'gezinslid' in de lidstaten uiteen. Wir alle wissen, dass "Familie" und "Familienmitglied" in verschiedenen EU-Ländern unterschiedlich definiert werden. Bijna 10 procent deelt mee dat ze een familie- of gezinslid hebben met een door milieuomstandigheden veroorzaakte kwaal. Fast 10 % geben an, dass ein naher Verwandter oder ein Familienmitglied an einer durch Umweltfaktoren hervorgerufenen Krankheit leidet.